Arme mensen in Libanon. Zij hebben al jaren van oorlog en gevaar achter zich, een land verscheurd door elkaar bestrijdende milities op de puinhopen van een feodaal koninkrijk. En nu dan letterlijk de klap op de vuurpijl. Zoveel doden, zoveel gewonden. Voor zover dat kan leef ik met hen mee, rouw ik met hen mee en bid ik terwijl ik niet zo in bidden geloof anders dan een rustig worden in mijzelf.
In mijn flower-power jaren lees ik het boek ‘Niemand is onsterfelijk’ van Simone de Beauvoir. Zij laat Fosca, de hoofdpersoon steeds in andere eeuwen leven in Italie. Op zoek naar de liefde, meespelen in de politiek, vertwijfeld over zichzelf. In elk leven raakt hij heftig teleurgesteld en in elk volgend leven weer. Maar hij zit gevangen, hij kan er niet uitstappen, hij is onsterfelijk. Onsterfelijk zijn, eerst zo begeert, wordt een niet te dragen last. Dan toch maar liever leven met sterfelijkheid?
In Libanon is sterfelijkheid een intieme vriend of vijand, zo dichtbij is ze, nooit verder weg dan de volgende aanslag, de volgende ontploffing, de volgende moordpartij. Door alle woede en verdriet, door het verliezen van geliefden, huis en haard, zijn Libanezen veerkrachtig geworden. Ze rechten hun rug en pakken aan.
Het is vijf over twaalf, wake-up!
In deze coronatijd komt sterfelijkheid voor veel andere mensen ook ineens heel dichtbij. Mentaal zijn we daar niet op voorbereid. Veel mensen raken in paniek en veel jongeren gooien het van zich af, het is te zwaar, te ingewikkeld, zoveel verantwoordelijkheid voor elkaar dragen gaat niet lukken.
Sommige mensen richten zich op het grote plaatje. Zoals Alan Wallace die zegt dat we dit over onszelf hebben afgeroepen. Iets dergelijks zei ook Ad Boogaard van D3dverdiepeing in Arnhem die ik vandaag sprak: ‘Het is geen toeval dat dit gebeurt. Het al tien jaar geleden ook al kunnen gebeuren.’
Natuurlijk zullen we naar dat grote plaatje moeten kijk. Een urgentere wake-up call hebben we niet eerder gehad. Wie gaan daar het initiatief in nemen op een manier dat alle burgers meegenomen worden? Wie organiseert dat er op een multidisciplinaire en integrale manier acties ondernomen worden. Het lijkt mij dat het vijf over twaalf is en tijd voor actie. Onderzoeken zijn er genoeg, die hoeven niet nog eens overgedaan te worden.
Alles op alles voor nóg een jaar leven.
Maar onverlet dat grotere plaatje voel ik dat we al die gezinnen die drie-hoog-achter wonen in de grote stad overal ter wereld, of in de sloppenwijken, die puinhopen van roofkapitalisme, dat we hen nu moeten steunen. Die kunnen niet wachten op uitkomsten in de verre toekomst. (Steun met giro555) Een hoogleraar van het National Lab in Berkeley, VS, verwacht dat de lockdown daar nog zeker een jaar gaat duren. De sfeer daar wordt agressiever. Voor- en tegenstanders van maatregelen gaan elkaar te lijf. Dat zijn de pijnlijke kleine verhalen in het wat afstandelijke grote verhaal waarin de pijn onzichtbaar en niet-gevoeld kan worden, verstopt onder de analyses.
De Pavlov-reactie op Covid-19 is dat we wegvluchten van de dood. Alles op alles voor nóg een jaar leven. ‘Maar mensen sterven van eenzaamheid’ zei Ad Boogaard. Ook dat is pijnlijk waar. Maar waren die mensen dan al niet eenzaam? Of anders gezegd, hebben die de eenzaamheid die in ieder mens aanwezig is, niet herkend als menselijke conditie? Wie dat verwerkt heeft, sterft misschien alleen, maar niet eenzaam. Dat is geen aardige opmerking voor mensen in het verzorgingshuis en hun familieleden die elkaar een paar maanden niet meer konden zien. Maar wel een opmerking die m.i. gemaakt moet worden, die verwijst naar wat we over onszelf afgeroepen hebben. Dat is niet alleen Covid-19 maar ook een samenleving die worstelt met zingeving, met mens-zijn.
Irvin Yalom, de Amerikaanse psychiater, beschrijft in zijn boek ‘Tegen de zon in kijken’ hoe veel van zijn patiënten lijden aan doodsangst. Niet dat zij dat weten, dat ontdekken ze in loop van de gesprekken. De grond onder veel van hun problemen, zo zegt hij, is angst voor de dood die vele vormen kan aannemen, van depressie tot straatvrees, van angststoornis tot scheiding. Als mensen alleen op dat symptomatische niveau oplossingen zoeken met hun therapeut, weet de angst voor de dood altijd wel weer een nieuw symptoom te ontwikkelen, soms laag over laag. Dit was voor hem reden om zijn existentiële therapie te ontwikkelen.
Onopgeloste emoties blijven voortbestaan
In het boeddhisme heb ik geleerd om veel op de dood te mediteren en reflecteren. Het is een open deur om te zeggen dat leven en dood bij elkaar horen als twee kanten van een munt. Wie de dood niet kent heeft niet geleefd, wordt vaak gezegd. Yalom zegt: ‘Wie in angst leeft gaat in angst dood. Wie in angst sterft heeft in angst geleefd.’
Alle reden dus om bij jezelf elk spoor van angst te onderzoeken en te transformeren. Ik heb een man gekend die vloekend en tierend is gestorven, een crime voor zijn vrouw en kinderen maar uiteraard nog het meest voor hemzelf. Als je in karma gelooft, in de zin dat er een ‘mindstream’ bestaat waarin deze onopgeloste emoties blijven voortbestaan, dan zijn het deze emoties die een volgend leven in de aardse wereld veroorzaken. Wat dan overigens weer de kans biedt om ervan af te komen.
Sterfelijkheid en onsterfelijkheid. Daar begon ik mee. In het boeddhisme bestaat wel verlossing daarvan, een Zijn in eeuwigheid. Dat is andere koek dan eeuwige roem. Wanneer je in die eeuwigheid verdwijnt behoor je niet meer bij de mensen, noch bij de goden. Over dat eeuwige een volgende keer. Mijn tijd is om. Tot morgen.