Is Dzogchen mystiek?
Het boek van Leven en Sterven van Sogyal Rinpoche (1947 – 2019) e.a. kwam in 1992 in Nederlandse vertaling. Ik heb het toen gelezen maar ontdekte er weinig in van wat ik al niet geleerd had. Niet vreemd want eerder had ik tien jaar zijn lessen gevolgd. Niettemin wist ik nog weinig van Dzogchen en zeker niet van Dzogchen als mystieke stroming. En dat is het.
Lees ik het boek nu weer dan vind ik het gedateerd; het is duidelijk dat het dertig jaar geleden geschreven is. Bovendien lijkt het of Sogyal gewoon verteld wat hèm is verteld. Natuurlijk kent hij hele geschriften uit het hoofd: zo werden de monniken vanaf zeer jonge leeftijd in Tibet opgevoed. Ook nu nog wordt in de kloosters voornamelijk gereciteerd en weinig gemediteerd.
Beleefde of doorleefde mystiek
Wat ik in 1981 nog aanzag als fascinerend en bijzonder, is nu verbleekt tot een weinig didactische lesmethode waarmee Tibetaans Boeddhisme werd overgedragen. Laat ik zeggen dat ik twijfel of Sogyal de mystiek van Dzogchen zelf echt doorleeft heeft. Voor toegewijde studenten is die twijfel natuurlijk godslastering. Maar de handel en wandel van Sogyal wijst wel in die richting.
Toch ben ik Sogyal Rinpoche dankbaar. Ooit zei hij: “Wie door Dzogchen is aangeraakt zal het nooit meer kwijtraken.” Dat is bij mij zeker het geval. Maar nu pas, na een druk werkzaam leven met zorg voor brood op de plank, begint de mystiek van Dzogchen meer in te dalen, voelbaar en beleefd te worden.
De lofzang van Longchenpa [1]
Sereen van nature, onbegrensd als de ruimte,
belichaming van heelheid,
de eenheid van altijd fris gewaarzijn en haar veld,
onveranderlijk, onpartijdig,
zonder voorkeur voor zijn of niet zijn,
begroet ik het verheven universeel scheppende
Is Dzogchen mystiek?
Wat kun je je voorstellen bij “De Grote Perfectie”? Want zo wordt Dzogchen gezien, als de methode die voorbij elke methode gaat en daarom volmaakt is. Van Dzogchen wordt gezegd dat het geen aparte methode nodig heeft; het leidt tot direct ontwaken en realisatie van de werkelijkheid.
De essentie van Dzogchen is dat het je direct, zonder omwegen introduceert in de Natuurlijke en Onvoorwaardelijke Staat van Zijn, van Verlichting en Verlost-zijn die altijd was, is en zal zijn.
Er is geen Jacobsladder te beklimmen, geen moeizame weg die stap voor stap naar het begeerde doel leidt. Het doel is al bereikt vóórdat je ook maar één stap hebt gezet.
Dzogchen is als wakker worden uit een diepe slaap en ontdekken dat de zon immens stralend aan de hemel staat en dat jij verblijft in dat licht en die warmte. Is Dzogchen dus mystiek? Ik denk van wel.
Maar vergis je niet. Dzogchen vraagt een gedegen voorbereiding, een stugge volharding en hulp om dwaalwegen te herkennen en te vermijden. Het is geen quick fix, geen toverstok, niet voor gemakzuchtigen. Het heeft veel weg van een avontuurlijke ontdekkingstocht.
De grond van elke religie
Hoewel voornamelijk geworteld in de Nyingmatraditie is Dzogchen geen school of sekte, Het is niet te karakteriseren als boeddhisme of een ander -isme. Het is daar vrij van.
Als elke religie is ontstaan uit een verlangen om wat gescheiden en gewond is weer heel te maken, om ons te verlossen van het immer gevoelde menselijk tekort, dan is Dzogchen als de grond van elke religie. Daarin verschilt het niet van andere mystieke realisaties.
Longchenpa en Het Juwelenschip
Longchenpa is een leraar en schrijver die in de veertiende eeuw in Tibet leefde. Hij is op 55 jarige leeftijd gestorven en had toen meer dan 250 boeken, artikelen en commentaren geschreven.
Door alle boeddhistische scholen wordt hij erkent als een groot geleerde en bijzondere leraar, maar bovenal als een vrije geest. Hij behoort niet tot een geestelijke stroming. Hij ís de geest die stroomt. Hij is Dzogchen.
Een van zijn meest bekende commentaren is Het Juwelenschip: een gids tot het besef van pure en totale aanwezigheid, het universeel scheppende. Dit is een commentaar op een Tibetaanse oertekst uit de achtste eeuw: Het universeel scheppende principe. Hans Korteweg noemt het een confronterende tekst die onze ingewikkeldheden zichtbaar maakt en aan het licht brengt hoe we ons vaak doodstaren op het oneigenlijke.
De verborgen schat
Het Juwelenschip is een mystieke tekst. Zoals elke mystieke tekst, bijvoorbeeld de psalmen of de verzen van Jalâl al-Din Rumi, laat ze zich alleen stukje bij beetje ontdekken. Ze geeft zich niet zomaar prijs. Alleen door haar steeds opnieuw innerlijk te lezen en te verteren openbaart zich de verborgen schat.
Longchenpa verkondigt geen waarheid, reikt zelfs geen methode aan behalve dan de methodeloze methode:
“Kijk onbevangen naar wat ook verschijnt op het moment dat het verschijnt. Door te ontspannen in deze staat treedt gewaarzijn op, zonder dualiteit (van subject en object), in zichzelf bevrijd. In dit gewaarzijn is geen grijpen naar verschijnselen alsof ze iets zouden zijn. Aldus, omdat wat verschijnt de werkelijkheid verrijkt, zijn de objecten van begeerte ornamenten van het werkelijkheidsveld.”
Er gaat niets verloren
Wat zegt Longchenpa hier? Hoe kun je dit lezen? Eigenlijk zegt hij: “Doe geen moeite en wees slechts de Getuige.”
Als je gespannen bent, doe geen moeite om te ontspannen, want die moeite levert zelf weer spanning op. Als je verstrikt zit in gedachten en emoties, doe geen moeite. Een haas die worstelt om uit de valstrik te komen raakt alleen maar verder verstrikt.
Doe geen moeite en wees de getuige. Verder zegt hij: ‘Al je ervaringen worden toegevoegd aan het veld van de werkelijkheid.’ Er gaat dus niet verloren, geen goede daad, geen misdaad, niets van wat dit universum voortbrengt. Zou Einstein hem gekend hebben?
Oh, luister groots wezen!
Klinkt simpel hé? Dat is het niet merk je al snel als je zijn advies opvolgt. We raken van de wijs, roepen allerlei vragen in onszelf op en voordat we het weten zitten we in de valstrik van ons ‘ik’. Vervolgens gaan we moeite doen om weer op het goede spoor te komen met ademhalen of tellen. “Doe geen moeite” roept Longchenpa. Tja……
Voor Longchenpa heeft Ontwaken niets met persoonlijke ontwikkeling te maken. Je hoeft van hem geen specifieke vaardigheden of kennis aan te leren. Die horen bij het gewone leven van ‘ik’.
Hij zegt: “Zie maar, er is niets om af te wijzen, niets hoeft extra gedaan te worden. Alles past. Je bent een groots wezen. Oh, luister, groots wezen, herinner je onbevangen zijn, je ontspannen zijn, je pure gewaarzijn.”
De leraar van de leraar
Dat is wel van een ander niveau, het niveau dat ons dikwijls ontgaat. We houden onszelf klein, te klein gezien waar we eigenlijk thuis horen, wat we in huis hebben en wie we zijn: een stroom van puur gewaarzijn en direct ervaren in de diepte van ons hart. Oh, luister groots wezen!
Wat horen we als we luisteren, onbevangen en ontspannen? Was Longchenpa een leraar, hij vertolkt de stem van de leraar van de leraar:
Luister! De leraar van de leraar, het scheppende van het universum, te midden van zijn onbevangen gehoor en in overeenstemming met deze innerlijke bron van niet-geconstrueerde, wezenlijke leringen, beschrijft hoe alles verschijnt……
Dus, als je mij – de intelligentie van het universum – kent,
ken je de niet te bevatten waarheid.
Als je mij kent – het majestueuze scheppende in alles -
ken je de werkelijkheid van al het andere
en ben je daarmee in vrede.
Hierin is niets wat niet volledig is.
Een volmaakt, twee volmaakt, alles volmaakt.
Met de laatste twee zinnen bedoelt hij de leerling, de leraar en de eenheid van oorsprong en verschijning, bron en stroom.
Hier wordt niets uitgezonderd. Alles is aanwezig in de structuur van tijd en ruimte, komt en gaat zonder ophouden. Elke moment een schepping. Elk moment scheppende, fris en onbevangen.
Lees eens meer bij:
Eric Hoogcarspel: Zen en Dzogchen
Stichting Zijnsorientatie: De Schatkist
Meditatie met visualisatie
Als ik in de visualisatie woorden als licht en straling gebruik, zijn dat synoniemen voor energie die van zichzelf zonder vorm of karakteristiek is. Vandaar: er is geen licht.
Ga zitten met je ogen half open. Dicht kan ook.
Zie de kring die wij samen vormen als een kring van licht.
. . . . . . .
Er is geen licht
. . . . . . .
Zie hoe het licht van de kring zich naar alle kanten verspreidt en met haar stralen de aarde omvat.
. . . . . . .
Er zijn geen stralen
. . . . . . .
Zie hoe de stralen van licht de aarde en al haar wezens en vormen verlichten en verwarmen.
. . . . . . .
Er is geen aarde
. . . . . . .
Zie hoe de stralen van licht en de aarde omvat worden door het licht van ons universum.
. . . . . . .
Er is geen universum
. . . . . . .
Zie hoe ons universum omvat wordt door alle universa
. . . . . . .
Er zijn geen universa
. . . . . . .
Zie de ruimteloze ruimte en de tijdloze tijd
. . . . . . .
Er is geen ruimteloze ruimte en geen tijdloze tijd
. . . . . . .
Maak je bereid voor het Eeuwige, het Altijd Aanwezige.
. . . . . . .
Rust in de vrede van je natuurlijke geest.
[1] Vertaling Hans Korteweg c.s.