Wie bidt, worstelt met God in het gebed.
En hij wint dáárdoor,
dat God in hem overwint.
Toen zijn gebed
steeds aandachtiger en stiller werd,
toen had hij steeds
minder en minder te zeggen,
ten laatste werd hij geheel stil.
Hij werd,
wat mogelijk nog een grotere tegenstelling
tot spreken is,
hij werd een horende.
Eerst dacht hij, bidden is spreken.
Hij leerde evenwel
dat bidden niet slechts zwijgen is,
maar horen.
En zo is het.
Bidden betekent niet
zichzelf horen spreken.
Bidden betekent:
stil worden en stil zijn en blijven,
tot de biddende God hoort,