Hoe kom ik verder met mediteren?
Het eerste wat ik bij deze vraag denk is: waar wil je dan heen? ‘Verder’ veronderstelt dat je een idee hebt waar je naartoe wilt of dat je een beeld hebt over wat je wilt bereiken. Ik vraag dat wel eens aan mijn deelnemers en krijg dan deze antwoorden:
- Volkomen rust in mijzelf vinden
- Iemand worden die open in de wereld staat zonder blokkades
- Stilte vinden in mijzelf
- Het hogere vinden
- Leren om vanuit eenvoud, essentie en kracht te handelen
- De drukte voorbij komen
- Mijn angst loslaten
- Mijn relaties verbeteren
- Mijn boosheid onder ogen zien
- Leren in rust en ontspannen alles te beschouwen
- Leren leven vanuit compassie en empathie
- Lichter in het leven staan
- Beter met mijn ongeduld leren omgaan
- Overgave aan liefde
- Afkomen van te veel willen
- Dicht bij mezelf komen
- Breder leren kijken en begrijpen
- Genieten van het leven
I can get no..... en ik wil het nu.
Je ziet, de verwachtingen zijn hoog gespannen en de opgave immens. Het is natuurlijk helemaal niet fout om een doel te hebben. Dat motiveert. Maar als het niet snel lukt ligt de teleurstelling om de hoek. Wie is er niet aangetast door consumptiedwang die geen uitstel van bevrediging toelaat. “I can get no satisfaction’, een teken aan de wand dat deze song zo populair is geworden bijna 60 jaar geleden.
Verveling
Zo zie ik het dan ook dikwijls gebeuren. Nieuwe deelnemers beginnen enthousiast. Na verloop van tijd gaat het nieuwe er een beetje af en slaat verveling toe. Je denkt het wel te kennen nu. Je hoort de docent weer hetzelfde verhaal vertellen. Het wordt gemakkelijker om een avond over te slaan. Er zijn steeds meer dingen die belangrijker zijn. Tenslotte haak je af.
Zelf het stuur in handen
Het kan ook anders. Er zijn mediteerders die een soort eigen relatie met het mediteren opbouwen. Ze zijn niet afhankelijk van de inspiratie van de docent, maar onderzoeken zelf, reflecteren zelf, experimenteren zelf. De lessen zijn meer een gelegenheid om te delen, om verbondenheid te voelen. Zij hebben zelf het stuur in handen van hun eigen proces.
Als het moeilijk wordt, en dat is het bij tijd en wijle zeker, dan ligt het voor hen niet aan de waardeloze meditatie of de chaotische lessen. Wat ik er eigenlijk mee wil zeggen: je moet een beetje rijp zijn voor mediteren en je moet erin willen investeren.
Boeddhisme als reisgids
Ik noem mijzelf een luie Boeddhist. Lui omdat ik met minimale inspanning het maximale wil. Mijn minimale inspanning is elke dag wakker worden en Boeddha begroeten in mijn hart. Als ik ga slapen Boeddha wel te rusten zeggen en bedanken voor de dag.
Tussen die twee momenten ben ik maximaal Boeddhist omdat ik met de Boeddha en de Dharma ben. Daar hoef ik me dan niet erg voor in te spannen, het is er gewoon. Zoals mijn ademhaling er gewoon is. Al lijkt het dikwijls meer om geademd te worden dan dat ik dat doe. Maar wat er precies is, kan ik niet zeggen. Woorden gaan dan begrenzen wat niet te begrenzen is.
Over dat laatste wordt al eeuwen gediscussieerd onder filosofen van Parmenides tot Leibniz, van Plato tot Jan Bor. Ook boeddhisten hebben er boeken vol over geschreven. Dat doorgronden komt nog wel.
Boeddhisme is overigens geen boomstam met vele vertakkingen maar eerder als het mycelium van paddenstoelen, een onontwarbaar netwerk dat zich voortdurend verandert en vernieuwt. Dat kan ook bijna niet anders omdat de Boeddha voorhield: “Geloof mij niet op mijn blauwe ogen maar onderzoek zelf” Hoe vreemd dat misschien ook lijkt, hij was geen man van volgelingen en warme verbindingen.
En dat is wat we doen met meditatie, we zoeken het zelf uit. Praktisch is het om dan niet het wiel zelf opnieuw uit te vinden, maar de inzichten van Boeddha, de Dharma, als een soort reisgids te gebruiken.
Mozes en de Rode Zee moderniseren
Boeddhisme kent door die opstelling geen dogma’s. Het heeft dan ook geen hiërarchische ordedienst nodig om de schaapjes bij elkaar te houden, wel een levendige debatcultuur en de openheid om voorstellingen van zaken die achterhaald zijn te veranderen.
Ook boeddhisme heeft lange tijd in de valkuil gezeten van concrete voorstellingen van bijvoorbeeld karma en reïncarnatie omdat in de tijd van Boeddha de mensen in concrete dingen dachten en nog geen abstract en conceptueel denken machtig waren. Daar heeft de huidige Dalai Lama veel in veranderd en gemoderniseerd.
Datzelfde concrete denken was er ook in bijvoorbeeld de katholieke kerk, bijvoorbeeld het beeld dat de Rode Zee echt uiteen spleet om Mozes met zijn stam door te laten. Daar is pas laat veel in veranderd en waarschijnlijk één van de redenen waarom mensen de kerk de rug toe keren. Ze wordt niet meer geloofd, mensen denken nu anders, rationeler, abstracter, complexer.
Ga je beginnen aan mediteren, dan kun je twee kanten op.
1. Je wilt mediteren intellectueel begrijpen, weten waar je mee bezig bent en waarom. Maar je analytisch vermogen verstoort de meditatie. Dit zijn de mensen van het woord, zeg ik maar.
2. Je wordt gevoelsmatig erg sterk aangetrokken door mediteren maar je begrijpt er geen snars van. Je laat al die woorden langs je heen gaan en veert op als er gezongen gaat worden. De mensen van het ritueel. Beetje het verschil tussen protestant en katholiek.
Beide wegen zijn prima om te beginnen. Ze leiden naar hetzelfde en nemen mettertijd wel wat van elkaar over. Belangrijker is dat je zelf uitzoekt hoe je het mediteren en de vruchten van mediteren in je leven integreert. Je bent er natuurlijk niet met 8 lessen mindfulness. Met een pianist wordt het nooit wat als hij niet eindeloos oefent en blijft oefenen, hoe graag hij ook een grote wil worden.
Hetzelfde gaat op voor mediteren. En zoals de pianist niet iemand anders voor zich kan laten oefenen, zo kan jij niet iemand anders voor jou laten mediteren. Dus moet je uitvinden hoe je het dagelijkse leven als meditatie kunt gebruiken. Denk daar eens over na, zou ik zeggen.
Dat was hem weer, mijn tijd is op. Diepergaan? Lees eens de hartsutra. Namo Amida Bu.
Orgyen Dhonden / Hans van Zanten