Waarin ligt mijn geluk?

Hans van Zanten | Leestijd: minuten

april 8, 2020

Blog Basis zonder sidebar

Las Lloronas | Entre La Sal

Niet voor God willen spelen

Vorige week kwam het zwarte scenario van de coronacrisis wel erg dichtbij. Er zouden te weinig IC-bedden of beademingsapparaten zijn. Wie krijgt er dan een bed en wie niet? Wie krijgt een kans op overleven en wie niet? Gommers, hoofd van de intensivistenvereniging in Nederland wil niet voor God spelen. "Je mag van ons niet verwachten dat we die keus maken. Dit gaat iedereen aan." zei hij op tv. Woensdag a.s. komt er een tweede kamer debat over. Ik ben heel benieuwd. 

Ik ben 73 jaar. Kerngezond. Maar drie weken aan de beademingsmachine zouden mijn lichaam slopen met veel kans dat ik er niet levend uit kom. Gommers: "Mensen van 70 jaar denken vaak dat ze nog heel gezond zijn. Maar hun lichaam is wel al flink aan het verslijten. Gezond is dan een relatief begrip." 

Waarin ligt ons geluk?

Iemand van 50 jaar heeft nog veel meer weerstand. Zou er gekozen moeten worden dan is de keuze voor een 50jarige wel voor de hand liggend. Maar ik moet er niet aan denken. Anne-Marie en ik zien nog een heel leven voor ons waarin we genieten van kinderen en kleinkinderen. Nu staat dat ineens op z'n kop. Het kan zomaar afgelopen zijn. We waren beiden echt even ondersteboven. 

Denken over leven en dood is ons niet vreemd. In het boeddhisme is een prominente plek ingeruimd voor vergankelijkheid en veranderlijkheid. Niets is blijvend in dit universum. Verandering is als het ware het enig onveranderlijke. We doen daar meditaties en oefeningen voor. Maar nu sterven onverwacht zo dichtbij en zo'n realiteit wordt, is die boeddhistische notie ineens niet meer zo abstract en min of meer vrijblijvend. Het is een werkelijkheid waarmee we ons moeten verhouden. Een werkelijkheid die vraagt dat we diep in onze ziel kijken en verder dan alleen onze eigen angst. De meditatieoefeningen zijn daar dan wel weer een grote hulp bij. 

We ontdekten ook nog een ander aspect. Anne-Marie heeft in haar jonge jaren een paar keer op het randje van doodgaan gelegen. Ze zegt: "Toen mocht ik niet doodgaan. Nu moet ik doodgaan. Waar heb ik dan in die jaren voor gevochten samen met de artsen?." 

Leeftijdsdiscriminatie

Is het mogelijk, zo vragen we ons af, dat we als samenleving op het verkeerde been zijn gezet? We schuiven de dood steeds verder voor ons uit alsof die niet bestaat, er niet mag zijn. Al onze medische wetenschap en technieken zijn er op gericht om de dood te verslaan, ongeacht het slijtageproces van het fysieke bestaan. Komt het daardoor dat wij, met 70+ jaar, nog denken een heel leven voor ons te hebben? Zadelen we onszelf op met een illusie die nu met deze coronacrisis pijnlijk aan het licht komt? Henk Krol stond op zijn achterste benen. Hij vond de uitspraken van Gommers leeftijdsdiscriminatie. Alsof Krol daarmee de feitelijke verschillen in de levensgang wilde verdoezelen. 

Ik heb hier een mooi stukje uit het boek "Een gelukkige dood" van Albert Camus (pagina 202 e.v.):

Tot op dit moment had hij geleefd. Nu zou men over zijn leven kunnen spreken. Over die grote, verwoestende drang die hem had meegesleept, over de vluchtige en scheppende poĂ«zie van het leven. Niets anders bleef er over dan de rimpelloze waarheid die het tegendeel van poĂ«zie is. 

Van al die mensen die hij in zich had gehad zoals iedereen aan  het begin van dit leven, van die verschillende wezens die hun wortels dooreen strengelden zonder in de knoop te raken, wist hij nu wie hij was geweest: en deze keus die in de mens het noodlot schept had hij gemaakt in vol bewustzijn en met moed. 

Daarin lag heel zijn geluk om te leven en te sterven. Hij begreep dat bang zijn voor deze dood, waar hij tegen aan had gekeken met de radeloosheid van een dier, bang zijn voor het leven betekende. De angst om te sterven rechtvaardigde een grenzeloze verknochtheid aan het levende in de mens. 

En al diegenen die niet de beslissende daden hadden gedaan om hun leven op een hoger plan te brengen, al diegenen die de onmacht vreesden en verheerlijkten, al diegenen waren bang voor de dood, vanwege de sanctie die hij gaf aan een leven waarin zij niet betrokken waren geweest. Zij hadden niet genoeg geleefd omdat zij nooit hadden geleefd. De dood was zoiets als een gebaar dat de reiziger voorgoed het water ontneemt dat hij tevergeefs had gezocht om zijn dorst te lessen.

Maar voor de anderen was hij het onontkoombare en tedere gebaar dat wegwist en ontkent, glimlachend zowel tegen dankbaarheid als tegen opstandigheid. 

  • De tekst van Camus… moeilijk. Keer ’n avond over spreken met een aantal mensen? Zoomen ?

  • {"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}

    Misschien ook leuk om te lezen

    De monnik en de leraar

    Gezonde spirituele ontwikkeling

    Gezonde spirituele ontwikkeling Een gezonde spirituele ontwikkeling is pas mogelijk met een geaarde persoonlijkheid. Zonder grond wordt spiritualiteit zweverig, illusoir en blijft ze . . .

    Verder lezen
    Grote Vrede

    Mediteren op Innerlijke Grote Vrede

    Rust in natuurlijke grote vrede, een meditatie instructie. Ik heb mij aangeleerd om zowel in mijn meditatie als in het dagelijks leven steeds . . .

    Verder lezen
    >
    Success message!
    Warning message!
    Error message!